perfectionsime onder moeders, echte moeders zijn niet perfect

July 25, 2023

“Ineens voel ik mijn oma in de kamer bij me”

bevalling

Mijn eigen bevallingsverhaal

Ik praat hier op min blog veel over het moederschap, mijn werk als therapeut, deel de verhalen van andere moeders. Maar, mijn eigen bevallingsverhaal heb ik nog nooit gedeeld. Dus ik dacht: ik vraag mijn volgers of ze dit willen lezen. Het antwoord was overduidelijk “ja”, dus hier komt hij. Mijn eigen bevallingsverhaal van mijn oudste Livia bij 39 +3.

Het is 00.30 uur en ik zit nog lijstjes af te vinken achter mijn laptop. Call it nesteldrang, maar ik was er druk mee. Ik kon niet slapen, oor die lijstjes afgevinkt waren. Ik ging onrustig naar bed, kon niet plaatsen waarom, maar het voelde gewoon zo. Plots word ik wakker, midden in de nacht van een scherpe pijn in mijn onderbuik. Alsof iemand van binnen iets doorprikt. Ik schrik wakker en denk: wat is dit voor raar pijntje? Hierna volgde al snel een krampachtig gevoel in mijn onderbuik. Ik pak mijn buik vast en adem diep in en uit. Dan ineens denk ik: volgens mij zijn dit m’n vliezen die zijn gebroken. Ik ga zo snel als ik kan uit bed en waggel richting de wc. Daar begin ik in eerste instantie te plassen. Maar, dat plassen duurt en duurt en duurt maar. Tot ik me realiseer:  volgens mij ben ik niet meer aan het plassen en zijn m’n vliezen echt gebroken. Ik loop de badkamer in en mijn vruchtwater loopt langs mijn bene omlaag. Ik roep naar mijn toenmalige wederhelft: volgens mij is het begonnen.

Het was menens

Ik krijg nog niet meteen weeën en verplaats mezelf met vliegend tapijt in m’n Zeeman slip richting de woonkamer. Ik hou mezelf op advies van mijn pufclub bezig, dus ik ruim de vaatwasser uit, eet wat, douche mezelf, kijk tv, pak m’n tas in, etc. Tot ineens de krampen opkomen zetten. Steeds iets meer. Ik realiseer me dat het menens is en dat de weeën nu echt op gang komen. Ik zet mijn weeën timer aan en begin te timen hoeveel tijd er tussen de ween zit. Ondertussen app ik m’n beste vriendin die ook net bevallen is dat het begonnen is: ik ga bevallen! Ze is wakker omdat ze haar baby aan het voeden is en houdt me ene tijdje via de app gezelschap. Rond 5.00 uur zit er maar vijf minuten tussen de weeën en bel ik het ziekenhuis. Ik krijg groen licht om te komen en ga richting ziekenhuis. Eenmaal daar stoppen de weeën ermee. Ik vraag hoe dit kan en ik krijg geen duidelijk antwoord. Na ene uur aan het CTG, vinden ze mijn weeën te zwak en stellen ze wee-opwekkers voor en ik vraag daarbij om een ruggenprik. Ik heb door mijn darmziekte meer pijn te verduren gekregen dan je ooit zou willen, dus ik voel niet de behoefte om mezelf te bewijzen. De ruggenprik wordt al vrij snel daarna gezet en de wee-opwekkers worden aangesloten. Ik voel er niks van en doezel soms weg, eet een beschuitje tussendoor en de tijd verstrijkt.

De ontsluiting stagneerde

Tussendoor wordt mijn ontsluiting gecheckt en ik voel me tot dan toe relaxed. Tot het moment komt dat de ontsluiting stagneert. Ineens is er stress. Want, m’n vliezen zijn gebroken en ondank het oxytocine infuus stagneert mijn ontsluiting bij vijf centimeter. Ik krijg te horen dat het mogelijk een keizersnede gaat worden en krijg paniek gevoelens. “Ik wil dit niet, ik wil het zelf doen!” Ik moet huilen en voel me machteloos. De verloskundige zegt dat ze me nog ene kans willen geven en dat ik het komende uur op mijn linkerzij moet gaan liggen. Ik ben een tijdje alleen in mijn kamer en dan ineens voel ik mijn oma, die drie maanden daarvoor is overleden, heel levendig bij me in de kamer. Ze laat me een beeld zien van kleine Tilda op de schommel, die ze staat te duwen. Ik voel haar heel sterk bij me en praat tegen haar. Ze geeft me support, ik voel dat ik door moet zetten. Een van de mooiste momenten van mijn bevalling. De ruggenprik wordt vervolgens iets teruggezet. Dus ik voel de weeën opkomen, steeds heftiger. Ik kan op een gegeven moment niet meer praten, dus heb het gevoel dat er iets gebeurd. Zo lig ik uren te hopen dat de ontsluiting verder gaat. Rond 21.00 uur is het dan zover: ik zit op tien centimeter.

Waar blijft die persdrang?

Ik voel totaal geen persdrang en geef dit aan tegenover de oudere verloskundige. Ze zegt dat ik het gewoon mag gaan proberen. De ruggenprik wordt helemaal uitgezet. Als ik vraag of hij alsjeblieft aan mag bijven, zeggen ze dat dit niet kan, omdat ik dan niet goed voel wat ik moet doen. Ik geef aan dat ik het heel goed voel en dat de pijn ineens zo heftig is. “Je moet er toch doorheen”, wordt me verteld. Ik pers alsof m’n leven er vanaf hangt. De persdrang blijft uit. Na een uur persen ben ik kapot. Ze is er nog steeds niet uit en komt niet verder dan het randje en gaat dan weer terug, wordt me uitgelegd. Als dit zo doorgaat moet de gynaecoloog erbij komen, zeggen ze. Die staat zogenaamd op de gang te wachten. Achteraf weet ik dat dit een oud trucje is, maar ik voel me gestresst en denk; ze moet eruit! Ik zit in elke mogelijke positie om haar eruit te persen, maar ze komt niet. De wanhoop neemt te, ik kan niet meer. Ik huil, schreeuw, ik wil niet meer. Ik zeg: ”ik wil naar huis.”, alsof het een optie is met tien centimeter ontsluiting. De wanhoop neemt me over, ik kan niet meer. Dan wordt ik geknipt, ik voel het amper en denk: doe maar. Dan ben ik er vanaf. Ik krijg eindelijk een perswee. Ik denk: oh dus voelt dit. Het gevolg dat je wordt overgenomen door moeder Natuur die je laat zien wat er moet gebeuren. Het is een oerkracht die zijn weerslag niet kent/ Ik pers en pers en pers, het hoofdje staat! Ik krijg kippenvel als ik er weer aan denk, nu ik dit opschrijf. Het hoofdje staat, er wordt gescandeerd: “Tilda, nu moet je puffen, puffen, puffen.” Gevolgd door: “en nu persen, persen, persen!” Ik raak in de war, moet ik nou puffen of moet ik nou persen? Ik doe braaf wat ze zeggen en pers en puf voor volk en vaderland.

Ik werd na een uur pas gehecht

De ring of fire is real. Ik voel mijn vagine branden. Ik zet door en pers nog meer. De schoudertjes volgen (AU!!!) en dan ineens is ze er. Na tweeëntwintig uur bevallen en twee uur persen, wordt mijn meisje Livia Tilly geboren om 23.09 uur. Ze huilt meteen en heeft een goede APGAR score. Ze wordt op mijn borst gelegd en kijkt me meteen aan. Liv pakt mijn wijsvinger vast en kijkt me aan alsof ze wil zeggen: ’hey, jij bent mijn mama.” Ik zeg: ’welkom liefje, welkom op de wereld.” Ik voel meteen liefde voor mijn meisje. De navelstreng wordt doorgeknipt en ik krijg een injectie om de placenta geboren te laten worden. Vervolgens verlaat iedereen de ruimte en liggen we daar met zijn drieën. Ik vraag me niet eens af waar iedereen is, ik ben zo blij dat het voorbij is. Wat een veldslag was dit. Ik ben kapot, alsof ik een marathon heb gerend waar ik nooit fatsoenlijk voor getraind heb. Na een uur komt er een nieuwe verloskundige binnen. De andere is blijkbaar naar de overdracht gegaan en nu is de nieuwe lichting zorgprofessionals gestart. Er is ook een nieuwe verpleegkundige bij samen met een kraamverzorgster van het ziekenhuis. De schade aan de onderkant wordt opgenomen ik moet nog gehecht worden. Wat niemand mij verteld had, is dat de adrenaline van de bevalling dan al is weggeëbd en dat hechten dan heel erg zeer doet. Ze verdoven me met een spray die niks doet. Ik word gehecht zonder verdoving en gil het hele ziekenhuis bij elkaar. Ik kan m’n  kindje niet meer vasthouden, zoveel pijn heb ik. Ik smeek ze om de ruggenprik aan te zetten, met fatsoenlijk te verdoven, maar ze vertellen me dat dit niet kan en gaan door. Later blijkt dat ik door dit laatste deel van m’n bevalling een trauma heb opgelopen. Na een uur zit de onderkant dicht genaaid en wordt ik om 2.00 uur naar de afdeling gereden. Ik ben zo intens moe, maar voel me ook boos. Waarom heeft niemand me verteld dat dit kon gebeuren en werd er amper naar me geluisterd?

Toen zat het al niet goed

Naast me in de kamer ligt nog een mama die ook net bevallen is. Ze ligt non-stop te cocoonen met haar baby’tje. Ik wil alleen maar met rust gelaten worden. Ik ben doodmoe, maar kan niet slapen. Ook kan ik het amper opbrengen om mijn meisje aan te leggen, maar niemand kijkt daar naar om in het ziekenhuis. Achteraf denk ik dat ik toen al voelde dat het niet goed zat. Dat er iets niet goed zat. De liefde voor mijn kindje voel ik, tegelijk ook angst of wat ik verder denk en voel normaal is. Ik doe hazenslaapjes en de volgende ochtend gaat de katheter eruit. Als ik heb geplast mogen we naar huis. Ik kan niet wachten om naar huis te mogen. Eenmaal thuis kan ik amper zitten, staan of bewegen door de pijn aan mijn knip. Ik blijk een hematoom ter grootte van mijn vuist te hebben, die op de knip drukt. De pijn is vreselijk en ik lig vooral in bed. De borstvoeding loopt nog niet en mijn kindje begint geel te zien. De roze wolk is nergens te bekennen en ik voel me steeds slechter. Hoe het me daarna is vergaan, schrijf ik in mijn boek “Toen kreeg ik weer lucht.”

Herkenbaar?

Helaas is mijn verhaal geen uitzondering. Ik spreek dagelijks mama’s in mijn praktijk die een bevaltrauma oplopen, geen roze wolk ervaren of graag een andere bevalling hadden gewild. Heb jij dit ook en wil je hulp bij het verwerken van dit alles? Mail dan naar info@froufrounegeleiding.nl. Ik begrijp je als geen ander en ga je hiermee helpen!

let's
connect

on Instagram

@geenrozewolk